Seksuele intimidatie zoals naroepen, sissen, in het nauw drijven of achtervolgen komt regelmatig voor onder de 1200 ondervraagde Rotterdamse vrouwen tussen de 18-45 jaar. Dit blijkt uit grootschalig onderzoek door criminologen dr. Tamar Fischer en Natascha Sprado MSc van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR), in opdracht van de gemeente Rotterdam en de Kenniswerkplaats Leefbare Wijken.
Door middel van diepte-interviews, vragenlijsten en straatinterviews zijn de ervaringen van Rotterdamse vrouwen, agenten en jongeren/buurtwerkers met seksuele straatintimidatie in beeld gebracht. Er blijkt dat 84% van de Rotterdamse vrouwen tussen 18 en 45 jaar in het afgelopen jaar ervaring had met fluiten, sissen, roepen, beledigen, om seks vragen, achternalopen of in het nauw drijven. Een kleiner deel van de vrouwen (44%) geeft aan uitingen meegemaakt te hebben die “irriteerden, tot last waren, kwetsten, beledigden, bedreigden, of beperkten in hun gevoel van persoonlijke vrijheid.”
Download hier het rapport.
Luister hier naar een interview van Radio 1. Lees hier een artikel van de Volkskrant. Lees hier een artikel over het onderzoek dat geplaatst is op de website van Sociale Vraagstukken.
Interview met de onderzoekers
Locaties
Seksuele intimidatie komt veel voor tijdens de uitgaans- en koopavonden in het centrum en op vaste plekken in de stad waar een uitgebreide straatcultuur is. De vormen van intimidatie waar vrouwen zich het meest onveilig door zeggen te voelen, komen juist vooral in de wijken of routes naar de wijken voor. Het gaat dan veelal om solistisch plegende mannen die vrouwen achtervolgen, aanraken, of intimiderend aankijken. Professionals lijken deze vormen van intimidatie veel minder goed in beeld te hebben.
Aanpasgedrag
Veel vrouwen lijken weinig last te hebben van de seksuele toenaderingen die zij ervaren. De vrouwen die wel overlast ervaren, laten in grote mate aanpasgedrag zien zoals het vermijden van oogcontact met mannen (60%), het vermijden langs groepen mannen te lopen (36%) en het vermijden van bepaalde plekken ’s avonds (52%). Uit de interviews bleek dat er veel onbewuste gewenning optreedt, ook bleken vrouwen die aangeven geen overlast te ervaren vaak onbewust wel aanpasgedrag te vertonen. Er wordt echter weinig aangifte gedaan. Vrouwen geven aan dat het melden van intimidatie hen te veel tijd en energie kost en te weinig oplevert.
Bewustwording en handhaving
Vrouwen vinden beleidsaandacht voor het onderwerp erg belangrijk. Voor de aanpak wordt het meest verwacht van bewustzijnsvergroting van de overlast die vrouwen ervaren bij zowel mannen als professionals. Daarnaast is aandacht voor normalere seksuele omgangsvormen en respect in de opvoeding belangrijk. Die opvoeding moet plaatsvinden in het gezin, op school, op straat (door handhavers en buurtwerk maar ook door de mannen onder elkaar) en in de (sociale) media.
Een strafrechtelijke aanpak wordt door de meeste vrouwen en professionals niet als oplossing gezien omdat de oorzaak van het probleem daarmee niet wordt aangepakt en dit zorgt voor verdere verharding op straat. Waar wel veel winst te behalen zou zijn volgens de vrouwen is van meer aanwezigheid van handhavers op plaatsen waar veel seksuele straatintimidatie voorkomt. Daarbij moet echter niet vergeten worden dat de meer bedreigende vormen juist op de rustigere plekken in de stad voorkomen.
Over het onderzoek
Het onderzoek van de Erasmus Universiteit naar straatintimidatie is de grootste en meest diepgravende studie naar dit fenomeen sinds de jaren ’80.