Nieuwe buren: Een onderzoek naar de veranderende sociale compositie in drie Rotterdamse wijken

Download dit rapport hier,

Het onderzoek Nieuwe Buren. Een onderzoek naar de veranderende sociale compositie van drie Rotterdamse wijken van Afke Weltevrede e.a. ( EUR Risbo) beschrijft hoe oorspronkelijke bewoners en nieuwkomers (veelal middengroepen) van de Rotterdamse “kansrijke wijken” de veranderingen in de buurt ervaren. Beide groepen zien de opkomst van ‘hippe’ koffietentjes, restaurants en boetieks doorgaans als iets positiefs. Ook zien ze verbeteringen in de openbare ruimte: meer en schonere groenvoorzieningen, herinrichting van straten en speelpleinen, enz.. Beide groepen hebben (nog) weinig contact met elkaar. Ook komt de in het Rotterdams beleid verankerde gedachte dat de nieuwkomers meer “organisatiekracht” in de wijk brengen in de praktijk nog niet uit de verf.

Beleidsorogramma’s ‘Sterke schouders’ en ‘Kansrijke wijken’
Rotterdam wil meer “sterke schouders” en “kansrijke gezinnen” onder haar bewoners in de stad. Door veranderingen in de woningvoorraad, verbeteringen van de openbare ruimte en het onderwijs wil men meer middengroepen in de ‘kansrijke’ wijken aantrekken en vasthouden. Daarvoor wees de gemeente in de periode 2014-2017 negen “kansrijke wijken” aan. Met kansrijke nieuwkomers worden bedoeld: gezinnen met kinderen en hoogopgeleide ouders, jonge professionals zonder kinderen, studenten en ouderen, die een duurdere huur- of koopwoning bewonen. Oorspronkelijke bewoners zijn mensen die al tien jaar of langer in de wijk wonen. De bevolking van de kansrijke wijken steeg in de genoemde periode meer dan elders in de stad, vooral door de bouw van ruim 700 nieuwbouw woningen die in trek blijken bij hogere inkomensgroepen.

Betere voorzieningen en (nog) weinig contact
Oorspronkelijke bewoners én nieuwkomers zien dat de woningvoorraad in deze wijken is veranderd (door nieuwbouw, renovaties, klushuizen, enz.). Beide groepen zien dit als een positieve intwikkeling. Wel daalde het aantal winkelvoorzieningen in deze wijken licht, mede omdat typisch Hollandse winkels en buurtcafés plaats maken voor migrantenondernemers. Men blijft ontevreden over de verkeersveiligheid, straatvuil en geluidsoverlast, problemen die veelal worden toegeschreven aan bewoners met een andere culturele achtergrond of met asociaal gedrag. Er is of ontstaat (nog) weinig groepsoverstijgend contact tussen de oorspronkelijke en nieuwe bewoners. Er is meer contact binnen beide groepen. Zo zijn de bewoners in de wooncomplexen met een gemeenschappelijke binnentuin meer gericht op de eigen directe omgeving. Dit leidt tot intensieve contacten tussen nieuwkomers onderling, terwijl de banden met andere buurtbewoners zwakker lijken. En ook de inzet van de groep nieuwkomers voor de wijk is nog beperkt. Daar staat tegenover dat er ook weinig sprake van spanningen is tussen oorspronkelijke bewoners en nieuwe bewoners. Men spreekt niet expliciet over verschillen of spanningen tussen beide groepen, maar wel over verschillen met mensen met een andere culturele achtergrond.

De Kenniswerkplaats Leefbare Wijken had opdracht gegeven tot twee onderzoeken over de gevolgen van gentrification in de Rotterdamse kansrijke wijken:

– A.M. Weltevrede, A. van den Heerik, N. Helmer & Boom, J. de (2018), Nieuwe Buren. Een onderzoek naar de veranderende sociale compositie van drie Rotterdamse wijken (Rotterdam: Risbo).
M. Permentier (2018), Dynamiek in de kansrijke wijken (Gemeente Rotterdam, OBI)

Beide onderzoeken werden gepresenteerd op een door de Kenniswerkplaats georganiseerde bijeenkomst. Klik hier voor een verslag van de bijeenkomst. Ook was er aandacht voor beide studies in de (internationale) pers: zie artikelen in het AD en The Atlantic

Scroll naar boven