De burger op wacht. Het fenomeen ‘buurtpreventie’ onderzocht

Download hier de publicatie van het onderzoek. Het videoverslag van de lezing kunt u hier bekijken. Daarnaast is een kort interview met onderzoeker Vasco Lub hier terug te vinden.

Eind 2016 schreef Lub een nieuw artikel naar de ontwikkeling, mechanismen en morele implicaties van buurtwachten. Download dit artikel hier.

Buurtpreventie

In bijna de helft van de Nederlandse gemeenten zetten bijna 700 buurtpreventieteams zich in voor de veiligheid in woonwijken. Dat blijkt uit het onderzoek De burger op wacht van socioloog dr. Vasco Lub in opdracht van de Kenniswerkplaats Leefbare Wijken. Het onderzoek laat zien dat buurtwachten bijdragen aan de wijkveiligheid. Tegelijkertijd is hun inzet niet zonder risico: stigmatisering en doorgeschoten sociale controle zijn reële valkuilen. Donderdag 3 maart 2016 zijn de volledige uitkomsten van het onderzoek gepresenteerd.

Tot voor kort was er weinig bekend over de Nederlandse neighbourhood watch. Het onderzoek van Vasco Lub werpt licht op de omvang van het fenomeen via een nationale inventarisatie bij gemeenten en observaties van buurtwachten in Rotterdam en Tilburg. ”Buurtpreventie is een vorm van vrijwilligerswerk die probeert bij te dragen aan de veiligheid en leefbaarheid van woonwijken. Hieronder valt het signaleren en melden door groepen vrijwilligers in de buurt van verdachte handelingen en overlast. Het kan gezien worden als een vorm van coproductie in de publieke dienstverlening”, zegt Lub tijdens de lezing op donderdag 3 maart in De Nieuwe Banier.

Meer dan alleen signaleren en melden

Uit het onderzoek blijkt dat in bijna de helft van de Nederlandse gemeenten bijna 700 buurtpreventieteams actief zijn. De meerderheid van die teams beperkt zich niet tot een informatiefunctie (de zogenoemde WhatsApp-groepen) maar voert actief patrouilles uit in de wijk. Volgens Lub nam vooral de laatste vijf jaar het aantal buurtwachten sterk toe. ”Het grootste deel is gericht op preventie van woninginbraak”, begint Lub. ”In probleemwijken richten de teams zich ook op fysieke overlast, zoals straatvuil of kapotte infrastructuur. In de praktijk behelst de bijdrage van buurtpreventie echter meer dan alleen signaleren en melden. Informatievoorziening over criminele activiteiten, zoals dealplekken, het ondersteunen van politie bij evenementen of calamiteiten, bijvoorbeeld het regelen van verkeer, en begeleiding van buurtfeesten horen daar ook bij.”

(In)effectiviteit buurtpreventieteams

Buurtwachten dragen bij aan veiligheid maar zijn niet zonder risico

De oprichting van een buurtpreventieteam biedt vaak de gelegenheid voor extra campagnes rond veiligheid (o.a. gecommuniceerd door politie en de gemeente). Vooral in de middenklasse-wijken maakt dit bewoners voor even alerter en attenter op onveilige situaties. Dit kan de gelegenheid tot criminaliteit (tijdelijk) beperken, waardoor het aantal inbraken afneemt. Ook wanneer patrouillerende vrijwilligers informatie doorgeven aan de politie (bijv. over drugspanden), geeft deze criminaliteit en overlast minder kans. Het veldwerk van het onderzoek verschaft diverse voorbeelden van succesvolle uitwisseling tussen buurtwacht en politie. Echter directe interventie – waarbij buurtwachten overlastgevers expliciet aanspreken of criminelen aanhouden – is geen succesfactor. ”Mijn onderzoek wijst uit dat dit de veiligheid van vrijwilligers in het geding kan brengen en verhoudingen in de wijk onnodig op scherp zet”, aldus Lub.

Praktijk op straat is ambivalent

”De praktijk van buurtpreventie is echter niet eenduidig”, vervolgt Lub. ”Ambivalentie maakt dat de taakomschrijving van buurtpreventie complexer is dan alleen signaleren en melden. Op straat lopen feit en beeld vaak door elkaar heen, zoals: wanneer is een persoon of situatie nou écht verdacht? Niet zelden blijken meldingen later vals alarm. Ook binnen een en hetzelfde buurtpreventieteam kunnen verschillende interpretaties bestaan van wat geldt als een ‘probleem’ of ‘onveilige situatie’. De vrijwilligers hebben bovendien soms te maken met bewoners of aspirant-leden die zich laten leiden door impulsieve acties waarbij stigmatisering kan optreden tegenover bepaalde groepen, bijvoorbeeld bij jongeren of migranten.” Tot slot bestaat volgens Lub soms de neiging om de publieke ruimte louter door de bril van veiligheid te bezien. Dit kan volgens hem ten koste gaan van andere waarden zoals privacy van bewoners. ”Goedbedoelde sociale controle van buurtwachten wordt niet door alle wijkbewoners gewaardeerd”, zegt Lub tijdens de presentatie.

Aanbevelingen bij buurtpreventie

Doordat bij buurtpreventie politiële en justitiële informatie wordt gedeeld met burgers, kan het niet gelijk worden geschakeld met ander vrijwilligerswerk. Lub: ”Zo is buurtpreventie niet in elke wijk nodig of is het een geschikt middel, en zouden buurtwachten vaker stil kunnen staan bij het realiteitsgehalte van veiligheidsrisico’s en de proportionaliteit van hun handelen. Meer strategisch beleid hierin vanuit gemeenten is nodig. Concreet betekent dit dat gemeenten buurtpreventie niet gedachteloos moeten omarmen of juist negeren maar inbedden in lokaal veiligheidsbeleid.”

Lezing

Op donderdag 3 maart jl. heeft Vasco Lub, in samenwerking met Kenniswerkplaats Leefbare Wijken, een lezing georganiseerd over zijn onderzoek. De presentatie werd afgesloten door een forumdiscussie met Willem den Hollander, accounthouder Veilig Ijsselmonde, wijkagent Peter Lankhaar en coordinator buurtpreventieteam Sportdorp/Zomerland Ijsselmonde, o.l.v. Robbert van Heiningen (directie Veiligheid, gemeente Rotterdam).

Scroll naar boven